Dazibao | Dries Delrue – New Folk Sounds, n°115
Sinds wereldmuziek niet meer uitsluitend afkomstig hoeft te zijn uit landen buiten Europa, is de grens met folk aan het vervagen. Op festivals voor wereldmuziek staan soms artiesten die vroeger tot de folk werden gerekend en omgekeerd. Het Groningse Trad.it!, dat zaterdag zijn zesde editie beleefde, is er een goed voorbeeld van. ‘Festival for European Roots Music’ noemen ze zichzelf en naast typische folk uit landen als Ierland en Engeland klonk er muziek uit Spanje, Italië, Finland, Oostenrijk en zelfs Duitsland.
Trad.it! maakte al meteen om acht uur een verrassende en indrukwekkende start met het Belgische Dazibao, een vijfkoppige formatie rond de diatonische accordeons van Sophie Cavez en Jonathan de Neck. Met een beetje moeite kun je Dazibao nog wel tot de neofolk rekenen – zeker gezien de stijlvormen waarvan de groep zich bedient. Maar de composities van de twee trekzakkers doen qua complexiteit, spankracht en dramatiek eerder denken aan Piazzolla’s tango nuevo. Gaandeweg het optreden van Dazibao werden de soundscapes ook steeds experimenteler, mede dankzij de woordloze bijdragen van gastvocaliste Karoline de la Serna.
Het festival eindigde al even fraai, met muziek die pure folk had kunnen zijn, ware het niet dat zangeres Rachel Unthank traditionele liedjes uit haar geboortestreek Northumbria bijna deconstrueert door ze te ontrafelen in trage, ijle melodielijnen, geschraagd door statige pianoakkoorden – niet wat je noemt een typische folkbehandeling. Wat wel behouden bleef, was de ongepolijste emotionaliteit in voordracht waar grote Engelse folkzangers als Martin Carthy en Norma Waterson een patent op lijken te hebben.
De tussenliggende festivalruimte werd gevuld door het meer obligate keltische idioom van de Ier Mairtin O’Connor en de inmiddels wat sleetse folkrock van de Galicische doedelzakdiva Susana Seivane. Heel verrassend bleek de hoempa-hiphopfolk van het jeugdige Duitse kwartet Ulman. Met het heftig dampende brouwsel dat de drie broertjes Uhlman (viool, draailier, trekzak, trombone en fluiten) samen met slagwerker Uli Stornovski creëren, levert de groep een verfrissende bijdrage aan de ontwikkeling van de Europese rootsmuziek. Met nog wat meer aandacht voor variatie in composities en arrangementen zouden ze ook best een uur lang kunnen blijven boeien. Nu leunt het enthousiaste viertal
Basis van deze hervormde Dazibao blijven Sophie Cavez en Jonathan De Neck, beiden op diatonisch accordeon. Zij zijn ook de auteurs van de instrumentale muziek op deze plaat. Van de negen muziekstukken, goed voor driekwart uur luistergenot, zijn er zes gecomponeerd door De Neck, drie door Cavez. Jo Zanders op percussie, Emmanuel Baily op gitaren en Vincent Noiret op contrabas zijn de andere drie leden van de groep.
De CD-titel « E40 » verwijst wellicht naar het ganse gebied waar deze groep optreed. Deze autoweg dwarst immers alle gewesten en gemeenschappen van het Belgisch koninkrijk en dat doet ook Dazibao. De muziek op deze schijf is erg geconstrueerde muziek om naar te luisteren, vol subtiliteiten waarvan je er bij elke beluistering weer andere hoort. Dat maakt deze cd tot een boeiende luisterplaat. Een nummer waarbij de creativiteit van de groep sterk naar voor komt is « Cactus Loco ». Op de vrije repetitieve klanken van de accordeons wordt een rijk slagwerk gezet en twee gastmuzikanten, mondharmonicaspeler Steven De Bruyn en zangeres Karoline de la Serna, weven er vrij jazzy klanken doorheen.
Steekt er wel eens een dansnummer tussen, zoals « Batman », de essentie van « E40 » is moderne luistermuziek, gespeeld door jonge, begaafde musici.
Dries Delrue – New Folk Sounds, n°115
Tags: Dazibao